Vanaf 3 augustus
t/m 15 december
organiseert het
Fries
Landbouwmuseum
de expositie:
Hollandgänger
Arbeidsmigratie tussen
Duitsland en Nederland
Migratie is een van de actuele thema’s van onze tijd. De regio Emsland in Duitsland en Friesland waren vroeger herkomstgebied respectievelijk streek van bestemming van talrijke arbeidsmigranten, met alle daarmee gepaard gaande kansen en problemen. Hollandgänger: Hannekemaaiers en (Lapke)poepen werden ze genoemd.De eersten werkten onder meer in de landbouw en de turfwinning. De anderen handelden in linnenwaren.Veel families in het Emsland en Friesland zijn nazaten van deze arbeidsmigranten.
Vanaf de Gouden Eeuw tot aan de Eerste Wereldoorlog kwamen elk voorjaar duizenden seizoenarbeiders vanuit Duitsland naar Nederland om de boeren te helpen bij de hooioogst. Ze werden hannekemaaiers, mieren of poepen genoemd. Individueel of in groepjes boden ze zich aan. Friese boeren hadden gemiddeld twee tot vier hannekemaaiers aan het werk. Sommigen kwamen jaar na jaar terug bij dezelfde boer.
Anderen specialiseerden zich in de verkoop van linnen. Deze ‘lapkepoepen’ vormden de basis van talloze winkels en bedrijven die nu nog steeds in Nederland aanwezig zijn zoals C&A, V&D, Schweichmann, Voss, Sinke, Lampe en Hanewacker.
Na 1870 kwam er een langzaam aan een einde aan deze vorm van gastarbeid. Dat kwam onder meer door de Duitse industrialisatie en economische groei, de Duits-Franse oorlog (1870/1871) én de introductie van landbouwmachines in ons land.
Documenten en aandenkens in deze expositie vertellen het verhaal en de achtergronden van de arbeiders van toen.
Vandaag de dag zijn er weer veel rondtrekkende arbeiders. Ze komen vooral uit Oost-Europa, maar ook uit Afrika en Azië.
Deze expositie is een samenwerking gemaakt met het Emslandmuseum in Lingen
|